Om tot een goede beoordeling te komen bij het jureren van een dans, zijn er een aantal onderdelen waar de jury naar kijkt. Hieronder vindt u hiervan een beknopte versie. Mochten er naar aanleiding van de punten vragen of onduidelijkheden zijn, dan kunt u die schriftelijk aan het secretariaat van het SVD richten. U wordt graag te woord gestaan.
Presentatie: Hierbij wordt gekeken naar de uitstraling en de lichaamshouding van de dansers. Ook wordt gekeken naar de verzorging van het geheel. Zijn de kleding, schoenen, haren, etc. netjes verzorgd. En is het afgestemd op het doel, namelijk dansen. Ook wordt gekeken naar de gezichtsuitdrukking van de dansers.
Harmonie: Bij de harmonie wordt gekeken naar het samenspel van de dans en de muziek. Is bij het maken van de dans geluisterd naar de variaties in de muziek? Dans en muziek moeten samen één geheel worden, het moet als het ware samensmelten op de muziek. Dans en muziek horen samen gepresenteerd te zijn in een samenhangend geheel, waarbij de overgangen vloeiend gebracht worden zodat deze niet herkenbaar zijn in de dans. De muziek moet aangepast zijn op het kunnen van de dansers.
Synchroniteit: Synchroniteit kan op twee manieren plaatsvinden. De eerste is waarschijnlijk voor iedereen duidelijk. Alle dansers moeten gelijktijdig, op dezelfde telling / ritme dansen. Daarnaast moet er ook synchroon aan de muziek worden gedanst. Soms zie je dat een muziekstuk te snel of te langzaam is voor de danser(s). Hierdoor gaat men voor de muziek uit of achter de muziek aan dansen. Ook komt het voor dat een danser puur op telling danst en daardoor niet naar de muziek luistert en daardoor niet synchroon aan de muziek danst.
Overgangen: Gedurende een dans wordt er verschillende keren van figuur gewisseld. Deze wisselingen van figuur worden overgangen genoemd of verplaatsingspassen. Het is belangrijk hoe deze overgangen worden ingevuld. Vaak wordt gezien dat hiervoor gebruik wordt gemaakt van verschillende looppassen. Hiermee wordt bedoeld b.v. een achtertik of een paardepas. Het is echter beter (maar daarmee ook moeilijker) om hiervoor technieken te gebruiken. Ook is het belangrijk om variatie toe te passen in de verschillende verplaatsingen, dus niet steeds dezelfde techniek / pas.
Danselementen: Danselementen zijn bouwstenen, waarmee een dans wordt opgebouwd. Een aantal danselementen zijn:
Garde: > Sprongen, grondwerk, acrobatiek, beker (variaties) overig, technieken, eventueel tilfiguren (dansparen).
Show: > Sprongen, grondwerk, eventueel tilfiguren, technieken, mimiek, levels. Elke dans is grofweg in drie gelijke stukken te verdelen: blok A, blok B en blok C. In elk van deze blokken moeten de verschillende danselementen evenredig voor komen. Het is dus niet de bedoeling dat in blok A veel grondwerk voor komt en in de blokken B en C helemaal niet meer. Door de elementen te verspreiden over de blokken, blijft de dans verrassen en interessant voor het kijken.
Podiumgebruik: Er wordt gekeken of tijdens de dans optimaal gebruik wordt gemaakt van het podium. Hierbij worden de negen punten van een podium gehanteerd. (Links – rechts – midden.) Dit bij zowel de voorkant als de achterkant en het midden van het podium. Daarnaast heeft een podium ook een hoogte. Er kan zowel in de hoogte, laagte als in het midden worden gedanst. Dit worden levels genoemd.
Figuren: Tijdens een dans moet er voldoende gebruik worden gemaakt van verschillende figuren. Om de dans interessant te houden, moet er regelmatig van figuur worden gewisseld. Probeer hierbij ook veel variatie in soorten figuren te gebruiken. Val niet steeds terug op hetzelfde figuur. Zorg dat de afstand tussen de dansers overal even groot is wanneer ze in een figuur staan. De figuren dienen duidelijk en strak uitgebeeld te worden.
Ook wordt in de gaten gehouden of de dansers er rekening mee houden om de figuren vanuit het center (midden) van het podium te maken.
Choreografie: Zijn alle onderdelen waar door de jury naar wordt gekeken goed gebruikt.
Presentatie – harmonie – synchroniteit – overgangen – elementen – podiumgebruik – figuren – moeilijkheidsgraad – technieken. Is de vormgeving van de dans goed gemaakt. Blijft men niet te lang op één plek staan. Dit samengevat is de totaliteit van de dans. We spreken dan van de choreografie van de dans. Belangrijk is dat de dansers het niveau van de dans aankunnen.
Hiermee wordt bedoeld niet alleen het uitvoeren van de elementen die in de dans zitten maar hiermee wordt ook bedoeld: kunnen ze de dans conditioneel aan.
Technieken: Probeer zoveel mogelijk verschillende technieken en variaties in technieken te gebruiken. Belangrijk is dat de verschillende technieken goed worden uitgevoerd. Wanneer de meerderheid van de dansers de techniek niet goed beheersen, kun je de techniek beter niet gebruiken in de dans. Of je laat de dansers die het niet beheersen een andere techniek uitvoeren die ze wel beheersen.
Daarnaast:
Moeilijkheidsgraad: Een belangrijke graadmeter voor de moeilijkheidsgraad van de dans zijn de technieken. Een dans waar veel techniek in zit, is bijvoorbeeld moeilijker om synchroon uit te voeren. Daarnaast zijn nog een aantal aspecten van invloed op de moeilijkheidsgraad van de dans.
Coördineren: Gebruik maken van zowel de armen als de benen tijdens het dansen. Hierbij zijn de benen altijd het belangrijkste onderdeel. De toevoeging van de armen zorgt voor de extra moeilijkheid.
Elementen: Hoe meer elementen er in een dans zitten, hoe meer variaties en combinaties er gemaakt worden, hoe hoger de moeilijkheidsgraad is.
Dansbaar / vloeiend: Hiermee wordt bedoeld om zoveel mogelijk stops in de dans te voorkomen. Ga vloeiend over, van overgang naar overgang, en van element naar element.
Syncoperen: Het uitvoeren van een techniek op een ander ritme. Hierbij kun je spelen met het ritme van de muziek. Je gebruikt dan een andere dan de standaard telling voor de uitvoering van de techniek.
Spotten: Dit is het gebruik van het hoofd tijdens het dansen. Spotten is niet alleen een stukje moeilijkheid of afwerking. Spotten zorgt ervoor dat je dansers beter hun balans kunnen behouden. Het is dus zeer aan te raden dit altijd te doen tijdens de dans!
Al deze bovenstaande onderdelen samen geven uiteindelijk de moeilijkheidsgraad in de dans weer.