Samenwerkingsverband Vrije Danstoernooien
D A N S A N A L Y S E
NAAM VERENIGING:
DATUM:
CATEGORIE:
ONDERDEEL |
WAARDERING |
WAAR LETTEN WE OP |
|
Wat voor beoordeling kun je krijgen: Onvoldoende - Matig - Voldoende – Goed |
|
|
Presentatie
|
|
Uitstraling
|
We kijken hierbij naar de verzorging in zijn geheel. Zijn kleding, schoenen, haren, etc. netjes verzorgd. |
|
Danshouding
|
A >Rechte houding van het bovenlichaam. B >Voeten gesloten. C >Spanning op armen en benen. D >Handen netjes in de zij. E >Vingers dicht en vingertoppen wijzen naar beneden. F > Kan er goed balans gehouden worden. |
|
Gezichtsuitdrukking
|
A >Is de dans te moeilijk en laten ze dat zien. B >Stralen de dansers plezier uit. C >Kin ophouden, niet naar beneden kijken. |
|
|
Synchroniteit
|
|
Synchroniteit op de muziek |
Kunnen de dansers de maat van de muziek aanhouden en op de muziek dansen. |
|
Synchroniteit van de dansers
|
Dansen de dansers gelijktijdig op dezelfde telling, hetzelfde ritme. We kijken hierbij naar de synchroniteit van: A > De benen. B > De armen. C > Het hoofd. |
|
|
|
|
Harmonie
|
Is bij het maken van de dans rekening gehouden met de variaties in de muziek. Zijn dans en muziek samen één geheel geworden. |
|
|
Overgangen
|
|
|
|
|
Is er gebruik gemaakt van goede overgangen in de dans |
Op het moment dat de danser van figuur naar figuur gaat, wordt er dan gebruik gemaakt van goede overgangen in de dans. |
|
Is er gebruik gemaakt van goede verplaatsingspassen (danspassen) |
A >Er zijn looppassen. B >Er zijn basispassen C >Er worden danspassen rechts en links direct na elkaar uitgevoerd. D > Wordt er op de bal van de voet gedanst. |
|
Afwisseling
|
A >Zijn het alleen maar dezelfde passen, of worden er voldoende verschillende danspassen gedaan. B >Worden de danspassen netjes, strak en duidelijk uitgevoerd. C > Worden de danspassen helemaal netjes uitgedanst. |
|
Afwisselende armbewegingen
|
A >Is er gekeken om bij elke tel of elke twee tellen een andere armbeweging te maken. B >Zijn de armbewegingen afwisselend, of zijn het veelal dezelfde armbewegingen. |
|
Afwisselende hoofdbewegingen
|
A >Is er gekeken om bij alle danspassen en elementen gebruik te maken van hoofdbewegingen. |
|
|
Choreografie
|
|
|
|
|
Choreografie
|
|
Is er voldoende gekeken naar alle onderdelen in deze analyse, en is daar de dans op gemaakt. |
Conditioneel
|
|
A >Kunnen de dansers de dans goed uitdansen. B > Dansen de dansers hun dans in controle en beheerst. |
|
Danselementen
|
|
|
||
Zitten er volledige elementen in de dans |
|
|
Afwisseling elementen
|
Is er bij het maken van de dans op gelet dat er verschillende variaties zijn bij het onderdeel: A >Sprongen B >Grondwerk. D >Beker. E >Overig. |
|
Uitvoering elementen
|
A >Is er gekeken naar een goede uitvoering bij de elementen. B >Is de dans aangepast op het kunnen van de dansers. C > Worden de elementen helemaal netjes uitgedanst. D > Is er een goede danshouding bij het maken van de elementen. |
|
|
Podiumgebruik / figuren
|
|
|
|
|
Gebruik 9 punten podium
|
Komen de dansers op het hele podium, of gebruiken ze maar een klein stukje van het podium. Als er maar in een klein vierkant gedanst wordt spreken we van een huiskamerdans. |
|
Aantal figuren ( +/- 15) |
A >Staan de dansers alleen in hetzelfde figuur, of worden er meerdere figuren gemaakt. B >We verwachten minimaal 15 verschillende figuren. |
|
Afstand dansers onderling
|
Is de afstand tussen de dansers overal even groot. |
|
Figuren vanuit het center
|
|
Worden alle figuren vanuit het center van het podium gemaakt. |
|
Algemeen
|
|
|
|
|
De dans kennen / beheersen
|
|
A >Weten de dansers de hele dans. B >Staan de dansers stil. C >Kijken de dansers bij elkaar af. |
|
Moeilijkheidsgraad
|
Wat kun je doen om de moeilijkheidsgraad in de dans te verhogen. |
|
|
|
Coördineren
|
A >Bij alle danspassen en bij elke tel het gebruik maken van duidelijke armbewegingen. B >Armbewegingen meer afwisselen en variëren. C > De armbewegingen netjes, strak en duidelijk uitbeelden. |
|
Elementen
|
A >Meerdere elementen toevoegen aan een dans. B >Meer afwisselende en verschillende variaties en combinaties maken bij 1.Sprongen, 2. Grondwerk 3. Acrobatiek, 4.Beker, 5.Overig |
|
Technieken
|
A >Zorgen voor een goede uitvoering bij de technieken. B > Werken aan de strakheid en de netheid. |
|
Vloeiend / dansbaar
|
A >De overgangen en elementen vloeiend in elkaar over laten gaan zonder stops. B > Er zitten meerdere stops / poses in de dans. |
|
Spotten |
A >Bij alle danspassen hoofdbewegingen toepassen. |
|
|
Tot slot |
|
|
||
|
Veel succes met de verwerking van deze analyse, en veel plezier tijdens de toernooien. Met vriendelijke groet, Chantal Versteegh Juryvoorzitter S.V.D. |